Dagblad De Stem zaterdag 4 februari 1967

Twee maal elf jaar ontwerper

Ik ben geen kunstenaar, die zich in eenzaamheid kan terugtrekken omdat hij meent een speciale boodschap te hebben, vertelt Louis Weijts (62) in Bergen op Zoom. Midden in de stad heeft hij zijn atelier, waar carnavaleske tekeningen, schilderijen en maquettes wedijveren met stillevens, portretten en landschappen. "Ik vind het heerlijk om te werken aan de ontwerpen voor de carnavalwagens van Bergen op Zoom. Je hebt daarbij het gevoel, dat je voor alle mensen werkt. Dat in tegenstelling met het uitvoeren van opdrachten voor rijke enkelingen". Ook Louis Weijts deelt in het lustrum van de plaatselijke carnavalsvereniging, want al tweeëntwintig jaar ontwerpt hij wagens voor de Bergse carnaval. Het ontwerp van dit jaar rond het motto "Me zette de sokke d'r in ", belooft na uitvoering een bont schouwspel te worden, dat het bekijken waard is en waaraan veel plezier te beleven zal zijn.

Zijn kamers en gangen hangen vol schilderijen. Opvallend vaak keren daarbij de maskerades, de paarden en het leutige leven terug. Het is allemaal terug te vinden in zijn ontwerpen voor de carnavalswagens, waarvan hij mappen vol tekeningen bewaart. Fijn uitgewerkte, speelse en bontgekleurde narrentaferelen, die tot de besten behoren, die op dit gebied in ons land gemaakt worden.
"Het is eigenlijk na de laatste oorlog pas goed begonnen", vertelt hij. Als je Weijts erbij haalt, zul je er een goede aan hebben, werd gezegd in de organiserende stichting Vastenavond. Hij werd lid en kreeg te maken met commissies van protocol techniek en financiën. "Het is wel dikwijls moeilijk om op gang te komen. Vergeet niet dat er middenzomer, wanneer de avondvierdaagse langs 't café trekt, waar wij onze plannen beramen, nog weinig sfeer is. Zelf ben ik eigenlijk altijd in deze sfeer".
Hoe kan het anders bij het samengaan van geboren Bergenaar en kunstenaar.
Als de Grote Boer gezegd heeft Maak eens iets, dan ben ik in de maanden juni en juli bezig met de schetsen." Hij spreidt ze uit op de vloer: uitgewerkte schetsen met alle mogelijke varianten op de actuele sok. "De technische commissie komt dan met de bezwaren: Kun je daarmee door de Wijngaardstraat? Of: daar heb je hem weer met zijn techniek! …. Ja, alles moet zoveel mogelijk kunnen bewegen.

In augustus maak ik dan een maquette van het goedgekeurde ontwerp. Daar kunnen ze tenminste een duimstok langs leggen, want deze wordt 1:20 gemaakt. De wagen wordt dit jaar 14 meter lang en 9 meter hoog. Ik spreek nu met name over de intochtwagen. In de loop der jaren heb ik meestal gewerkt aan 4-5 wagens of groepen tegelijk (maakte intussen ook nog de wagens voor de Ommegang), maar heb me wat beperkt, want "je moet dan kunnen draven als 'n jong paard", zegt Louis Weijts. De prinsenwagen 1967: Boeren halen de prins uit het slik; boeren en draaiende sokken; tweemaal elf en nog veel meer heeft hij getekend. "Ja, je moet kunnen spelen met ruimte: decoratief. Het moet lollig en overtrokken zijn. Je overdrijft; je probeert de uitdrukkingen van het menselijk gezicht daarbij te vergroten. Maar je kunt alles wel in het klein leuk tekenen en boetseren, maar het moet zo gróót zijn. Bij de uitvoering, waar sinds september een man of twintig mee bezig is, wordt ik dan ook steeds bijgesleept.

Eerst wordt er een heel frame van betonijzer gelast. Dat werd vroeger bedekt met klei, nu met polyester, hars en glasmat. Ook gieten we tegenwoordig in schuimplastic, dat ik daarna bewerk door de figuren erin te snijden. Dat gaat beter dan de 10-12 lagen papier, die we er vroeger overheen plakten. Ik maak geijkte vormen. Het is een volksfeest; het moet tot de mensen spreken. Bij mijn schilderijen probeer ik wel eens iets abstracts te maken, maar de wagens…. neen. Sommigen proberen dat wel, maar een vergadering spreek je toch ook niet toe in het Arabisch.
Ik heb geen monopoliepositie; anderen ontwerpen nu ook. Wel ben ik alleen begonnen. 0ch, als de optocht maar mooi wordt. Ik beleef er in ieder geval al tweeëntwintig jaar veel plezier aan".
Dat is te zien. De grond ligt bezaaid met ontwerpen uit de afgelopen jaren: De kleine straatjes motten weg. Ik ga onder zeil, Elf jaar ermkes omhoog, Atomium, Wereldvrede en Vastenavond en andere motto's liggen er in feestelijke kleuren.

Louis Weijts, die begonnen is op de Antwerpse academie en Rotterdamse schildersklas, is nu in zijn artiestencarrière op het punt van een bijzonder jubileum gekomen: tweeëntwintig jaar ontwerper van leutige plastieken, waar in die jaren tienduizenden hun vreugde aan beleefd hebben. Dat zal hem ongetwijfeld een bijzondere onderscheiding opleveren met carnaval.

Maak jouw eigen website met JouwWeb